Informatie

U heeft een West Highland White Terrier of bent van plan om er één aan te schaffen. Wij hopen dat U een tevreden hondenbezitter wordt. Om U hierbij op weg te helpen doen wij enkele raadgevingen.

VOEDING

Geef tot ongeveer 3 maand 4 keer per dag eten of zorg dat de pup altijd eten ter beschikking heeft.

Geef je pup tot ongeveer 5 maand 3 keer per dag eten waarvan 's avonds de hoofdbrok. Zorg gans de dag voor fris, zuiver water.

Vanaf 5 maand tot ongeveer 1 jaar nog 2 keer per dag eten. Vanaf 1 jaar nog één keer per dag eten of 's morgens een klein beetje en 's avonds de hoofdbrok. Als de hond voedsel laat staan in zijn kom, neem dit dan weg. Gebeurt dit meermaals, geef dan minder. Een hond moet zijn portie gulzig opeten.

 Elk bekend merk heeft wel een puppievoeding die kan gegeven worden. Tot de leeftijd van 6 maand kan je puppievoeding blijven geven. Nadien blijf je best degelijk hondenvoer geven. (geen aardappelen, geen keukenafval) Geef echter wel rauw vlees, gekookte groenten en granen, droogvoer voor honden, allerlei commercieel hondenvoer.

In de meeste commerciële voedingen zitten al de vitaminen en mineralen die de hond nodig heeft. Men mag dan geen vitaminen of kalk bijgeven; te veel is ook niet goed.

Plotse verandering van voeding kan wel eens diarree veroorzaken. Geef de hond dan rijst met gekookt kippenvlees (de diarree moet na een dag voorbij zijn) en doe de voedselverandering geleidelijk aan. De eerste dag een vierde deel nieuwe voeding, de tweede dag de helft , de derde dag drie vierde en de vierde dag volledig nieuwe voeding.

De opgroeiende hond mag NOOIT te zwaar gevoerd worden. Houd hem daarom slank en kijk hoeveel de hond nodig heeft. De ene hond komt met veel minder toe dan de andere.(zie bijv. tabellen op zakken droogvoer)

KARAKTER

Vanaf de 17e à 18e eeuw zijn de voorouders van onze Westies reeds bekend als jachthonden in holen op o.a. vos en das. Ze zijn vriendelijk tegen mensen, doch scherp en moedig tegen roofdieren. Ze zijn aanhankelijk en tegelijk zelfbewust (zeker tegen andere honden). Westies zijn sympathieke, energieke en zeer sportieve honden met een zekere behoefte aan beweging. Ze zijn tamelijk waakzaam. Als ze met kinderen opgroeien zijn het lieve geduldige speelkameraden.

 

OPVOEDING

Als je met je nieuwe pup thuiskomt, geef hem dan rustig de tijd om zijn nieuwe omgeving te verkennen; haal hem aan als hij zelf komt; laat vrienden en kennissen pas op hem los als hij zich helemaal thuisvoelt. Hoe meer tijd je zelf in het begin in de pup steekt, hoe meer hij zich aan je hecht.

Geef je Westie vanaf het begin een vaste slaap- en rustplaats en begin hem vanaf de eerste week al te borstelen en te kammen (rustig aan)

Breng je pup na een aanpassing van ong. 1 week zoveel mogelijk in contact met allerlei zaken zoals bijv. vreemde personen, auto, halsband, op straat in verkeer, bij andere dieren (wel oppassen voor ziekten), allerlei geluiden, enz. en zorg hierbij dat de pup geen slechte ervaringen opdoet. Dwing in deze periode zo weinig mogelijk maar probeer te lokken.

Speel veel met je pup, haal hem aan maar blijf altijd consequent.(iets dat eenmaal verboden is, is altijd verboden en wordt altijd bestraft) Straf echter wel met mate.

Straf steeds je hond op heterdaad, nadien straffen begrijpt de hond niet en daardoor maakt U een bange hond.

Je kan met je hond vanaf de vierde maand (minstens 2 weken na zijn verdere inentingen) naar een hondenclub gaan. (hondenschool, schoonheidstraining) Dit vooral om Westie in contact te brengen met andere jonge honden zodat hij niet agressief of angstig wordt reageren op andere honden.

Hoezeer je je hond ook begrijpt en vertrouwt, blijf altijd in de buurt als er kleine kinderen in het spel zijn. Een klein kind kan in zijn onwetendheid veel pijn doen aan de hond die slechts zijn verdedigingswapens kan gebruiken: tanden/stem/poten; hetgeen in zo'n situatie niet de hond aan te rekenen is maar zijn baas die in de buurt had moeten zijn en één en ander had moeten voorkomen.

Aan mensen die weinig ervaring hebben met Westies raden wij aan eens een boek over het ras te lezen.

GEZONDHEID

De pups moeten zijn ingeënt tegen de ziekte van Carré, Hepatitis en Parvovirose (of kattenziekte, die NIET overgedragen wordt door katten maar wel door andere honden).

Ten laatste op de leeftijd van 3 maanden moet je naar de dierenarts voor verdere inentingen (hepatitis, parvo, carré, leptospirose, enz.). Zie voor de juiste datum in het inentingsboekje.

Uw dierenarts zal U dan een verder inentingsschema voorstellen.

Elk jaar moet Westie dan een herhalingsinenting krijgen.

Met een pupje waar je veel mee buitenkomt is een tusseninenting tegen parvovirose op 9 weken aan te raden.

Na aankoop van de pup raadpleeg je best je eigen dierenarts.

Pups moeten veelvuldig ontwormd zijn (liefst tijdens de 3e en de 6e week of om de 2weken). Best is op 9 en 12 weken en op 6 maand nog eens een kuur te geven. Dan verder elk halfjaar. (met bijvoorbeeld het product "Dogminth" (=pasta) of "Drontal" (=tabletjes)

Wacht bij ziekteverschijnselen niet te lang om een dierenarts te raadplegen. Een diarree kan onschuldig zijn (iets verkeerd gegeten) maar kan ook levensgevaarlijk zijn (parvo). Raadpleeg in ieder geval direct een dierenarts als diarree "waterig eraf spuit", geheel slijmerig, zwart of met bloed vermengd is.

 

GEVAREN VOOR DE JONGE PUP

Het is nodig om je omgeving eens goed te bekijken en zoveel mogelijk gevaren voor de pup te verwijderen. Enkele voorbeelden: losliggend electriciteitssnoer, spijlen van trap of balkon (afsluiten met fijnmazig gaas), trapgaten, schoonmaakmiddelen (hondentandjes kunnen zo door een plastic fles knagen), tafelkleden tot op de grond, rondslingerende dingen, giftige planten in huis of tuin, vijver of zwembad (ze kunnen er niet meer uit), botten van buffelhuid moeten groot genoeg zijn zodat Westie ze niet kan inslikken. Geef geen dierlijke botten (kans op versplinteren en maag of darmdoorboring).

Voor de pup op ong. 3 maand zijn verdere inentingen gehad heeft, niet gaan wandelen waar andere onbekende (misschien zieke of ziekteverspreidende) honden veel komen of waar hun uitwerpselen liggen, je hondje niet in contact brengen met vreemde honden, als je naar de dierenarts gaat je jonge hondje dragen en niet laten spelen in de wachtzaal met eventueel zieke honden. Je kan ook de dierenarts aan huis laten komen. Een puppie-inenting geeft immers geen 100%-waarborg dat de pup de ziekte niet kan krijgen.

Moest je hond ooit vlooien hebben, koop dan via je dierenarts een goede vlooienband. Koop zeker geen vlooienpoeder of spray in de gewone dierenhandel of warenhuis wegens de kans op vergiftiging (door aflikken van de haren), zelfs met dodelijke afloop.

Verder dient men zeker de tuin af te sluiten of indien dit niet kan toch te zorgen voor een buitenloopren.

BEWEGING

Met een jonge hond nog niet veel lopen. Zo'n vijf tot zes korte wandelingetjes of ravotbeurten in de tuin van zo'n tien minuten per dag zijn voldoende om de hond aan één en ander te laten wennen en zindelijk te maken.

Pas met 5 à 6 maanden wandelingen tot een half uur en dan stelselmatig langer.

Vermoeiende wandelingen niet maken met een hond onder het jaar. Ook niet laten traplopen.

Een hond nooit optillen aan zijn poten. Vermijdt dat de pup veel op zijn achterpoten staat.

Kinderen mogen met de pup spelen (wel een oogje in het zeil houden), dat is zelfs goed, maar pas op dat te kleine kinderen de pup optillen en laten vallen. Zo'n pup kan immers plots spartelen of per ongeluk eens krabben met zijn nog scherpe nagels. Kinderen laten dan de pup wel eens los. Laat liever kinderen al zittend of liggend op de grond met de pup spelen.

VERZORGING

Vacht: dagelijks borstelen en kammen.

Ogen: controleren en afscheiding verwijderen.

Oren: alleen zichtbare delen reinigen. Geregeld haar uit de oren plukken met vingers of pincet.

Bij buitenoorontsteking (rood oor) de dierenarts raadplegen. Een goed middel is hier: indruppen van enkele druppels "calendula MT", een homeopathisch middel bij de apotheker te bestellen.

Ook kan je via je dierenarts een product aanschaffen om de oren te reinigen

Tanden: Voor een goed stevig gebit geef je regelmatig botten in buffelhuid. Let erop dat ze groot genoeg zijn zodat Westie ze niet kan inslikken.
Bij het tanden wisselen (ong. 5 maand) kan het wel eens zijn dat de oren van je hond terug gaan "hangen". Dit is normaal in deze periode.

Het komt wel eens voor dat bij het tanden wisselen de melkhoektanden niet uitvallen en opzij blijven steken tegen de nieuwe hoektanden. Laat je hondje dan veel kauwen. Helpt dit niet, dan is een bezoekje aan de dierenarts nodig die de vastzittende melkhoektandjes verwijdert.

Poten: haren tussen kussentjes geregeld voorzichtig wegknippen.

Nagels: bijvijlen of knippen. Opgelet! niet te veel ineens, anders raakt men de zenuw hetgeen zeer pijnlijk is. Beter meermaals kleine stukjes, dan trekt de zenuw zich terug.

Baden: enkel als het echt noodzakelijk is en dan met een speciale hondenshampoo voor witte honden.
Men kan ook eens proberen met een goede droogshampoo of met een krijtblok (of poeder) hetgeen men eerst goed inwrijft en daarna uitborstelt.

TRIMMEN

Dit moet minstens om het half jaar en beter om de drie maand gebeuren.

Trimmen is eigenlijk het wegplukken van te lang geworden dekharen. Als men deze uittrekt begint op die plaats een nieuw dekhaar te groeien. Dekhaar dat blijft zitten veroorzaakt op den duur jeuk en irritatie. Het gereedschap om te trimmen is gewoon je duim en wijsvinger of hoogstens een bot trimmes.

Let er vooral op dat men je Westie nooit scheert want dan doe je zijn vacht naar de vaantjes. Als je naar een trimsalon gaat, blijf dan de eerste keer bij je hond en probeer wat te leren zodat je tussendoor ook je Westie wat kan bijwerken.

Als je zelf wil leren trimmen koop je best eens een goed boek daarover of je sluit aan bij de West Highland White Terrier-club waar men af en toe trimdagen organiseert. Doe je al eens iets fout, dan is dat niet zo erg, na enkele weken is het haar immers terug ingegroeid.

 

 

WEST HIGHLAND WHITE TERRIER VERENIGING VAN BELGIË.

Als je aansluit bij de Westie-club betaal je 25 euro lidgeld in België of 30 euro in het buitenland.

Te storten met de vermelding "Nieuw lid + uw naam" op rekening IBAN BE69 7512 0179 2978 van Francine Quadens

Van de Westie-club krijg je dan 4 tijdschriften per jaar . Hierin vind je informatie aangaande Westies (gezondheid, tentoonstellingsuitslagen, aankondigingen van activiteiten, enz.)

De activiteiten van de Westie-club omvatten o.a. trimlessen, wandelingen, vergaderingen, voordrachten.

Op trimlessen en wandelingen zie je niet alleen de top-honden die tentoonstellingen doen, maar ook mensen met gewone huishondjes die zelf hun hondje willen leren trimmen of die eens een wandeling samen met andere Westie-liefhebbers willen maken.

Inlichtingen  bij de secretaris Mevr. Yolanda De Haes Tel: 014-72.75.46